Handleiding voor VOLT TIME
In deze handleiding laten we jou zien hoe je gemakkelijk en snel een Volt Time laadpaal installeert. Zie hieronder alles wat je nodig hebt.
Handleiding Volt Time
4.3. Configuratie
De configuratie-instructies zijn een onderdeel voor het veilig installeren en configureren van de Volt Time Source laadstations. De configuratie instructies bevat alle benodigde informatie om een Volt Time Source op de juiste manier te installeren en configureren.
4.3.1. Verbinden met het laadstation
Om verbinding te maken met de Source heeft u een laptop of een telefoon nodig met WiFi. U maakt verbinding met de Source om de configuratie van het laadstation aan te passen. In de configurator van het laadstation kunt u bijvoorbeeld Dynamic Load Balancing, het maximum vermogen, de waardes van de hoofdaansluiting, OCPP, transacties en algemene informatie instellen, inzien en/of downloaden.
Verbind uw toestel met de Source d.m.v. het volgende stappenplan:
- Zet spanning op het laadstation na een veilige installatie zoals in 4. Installatie is aangegeven.
- Wacht totdat de LED groen is. Dit betekent dat het laadstation goed is opgestart.
- Verbind een laptop of telefoon met het WiFi-netwerk dat begint met “VoltTimeXXXXXXX”. Zie het wachtwoord van het WiFi netwerk op de sticker aan de binnenkant van het laadstation.
- Vul in de zoekbalk van uw browser “https://10.10.0.1” in of scan de QR code aan de zijkant van het laadstation.
- U ziet de configurator.
- Log in met de "Installer" inloggegevens die je aan de binnenzijde van het laadstation kunt vinden.
● LET OP: De "Installer" inloggegevens mogen alleen gebruikt worden door installateurs die gecertificeerd zijn door Volt Time en de lokale regulering!
- Bewaar de inloggegevens zorgvuldig! Volt Time kan de inloggegevens NIET achterhalen vanwege privacy wet en regelgeving.
- Als gebruiker logt u in met de "EV" inloggegevens die je aan de binnenzijde van het laadstation kunt vinden.
- Plak de sticker credentials in de Quick Manual en geef het boekje aan de eigenaar van het laadstation.
Op deze pagina wordt de algemene informatie getoond van het laadstation. Hier kunt u bijvoorbeeld het model van het station, de ChargePoint ID (identificatie van laadstation) en de firmwareversie vinden. Deze pagina is alleen bedoeld voor het overzicht en hier kan naar gevraagd worden tijdens installatie, service of onderhoud.
Alle informatie op deze pagina is alleen te lezen en kan niet gewijzigd worden.
Op de CSMS-pagina vindt u alle instellingen omtrent de backoffice. De Source kan door middel van een backofficesysteem automatische verrekening realiseren. De Source is door de fabrikant met verschillende backofficeproviders getest. Voor de actuele lijst met backofficekoppelingen neemt u contact op met uw verkoper.
De CSMS-pagina is opgedeeld in twee delen. Allereerst kunt u de status aflezen bij "CSMS Connection Status". De Source geeft aan of de backoffice verbonden is met het laadstation. Als tweede kunt u hier de instellingen van de backoffice aanpassen en het laadstation met de verschillende backoffices verbinden. Om dit te realiseren het volgende stappenplan:
- Vul het server adres (backofficeadres) in bij CSMS Server Address.
- Laat "Charger Identity" zoals het staat ingevuld, tenzij anders aangegeven door debackofficeprovider. Deze informatie is uniek voor elk laadstation.
- Activeer/deactiveer het geluid van de RFID scanner bij "Sound Notification"
- Activeer/deactiveer de RFID scanner bij "RFID enabled".
- Activeer/deactiveer de backoffice bij "Offline/Online authorisation"
- Zodra er geen gebruik gemaakt moet worden van de RFID scanner en er wel automatischeverrekening moet plaats vinden via een backoffice, activeer "Default ID Tag Mode" en vul een standaard ID tag in. Deze ID wordt altijd naar de backoffice verzonden ter autorisatie van de sessie en wij raden aan om hier de RFID UID (Laadpas ID) van de gebruiker in te vullen.
- Sla de instellingen op door op "Save" te drukken.
Het laadstation zal nu een connectie met de gespecificeerde backoffice proberen te maken. De status van de connectie kunt u bovenaan de pagina vinden.
Volg de stappen
Op deze pagina vindt u alle instellingen omtrent de netwerkinstellingen van de Source. Hier kunt u informatie uitlezen over de internetconnectie, de manier waarop het laadstation met het internet is verbonden en het uitlezen van de simkaartgegevens (wanneer van toepassing).
Via deze pagina kunt u ook verschillende internetinstellingen wijzigen en opslaan.
Allereerst vindt u de Ethernetinstellingen. Deze instellingen zijn normaliter voor u ingevuld als u de DHCP knop op “dynamic” heeft staan. Dit betekent dat de Source automatisch een IP-adres krijgt vanuit de router zodra er een ethernetkabel (minimaal CAT5(e)) is aangesloten tussen de internetpoort van het communicatieboard en de router.
Als tweede vindt u de WiFi-instellingen. WiFi is een tweede mogelijkheid voor een internetconnectie op het laadstation en tevens ook een manier om het laadstation te configureren.
Via het WiFi-netwerk van het laadstation bent u ingelogd in de installer. Zodra u er voor kiest een verbinding te maken met een extern netwerk zal u met uw telefoon of laptop op hetzelfde netwerk verbinding moeten maken om het laadstation verder in te stellen. Het wordt dan ook aangeraden deze optie als laatste te wijzigen in de installer.
Schakel WiFi met externe router in door middel van het volgende stappenplan:
● Allereerst kunt u bij "WiFi Status" de status van de WiFi-verbinding controleren.
● Schakel WiFi via externe router in door middel van het inschakelen van de "WiFi" knop.
● Schakel Ad-Hoc (WiFi intern voor configuratie) uit.
● Klik op "Refresh list" om de beschikbare WiFi netwerken te tonen.
● Klik het WiFi netwerk aan en klik vervolgens op "Use as WiFi SSID".
● Het WiFi netwerk zal bij WiFi SSID automatisch ingevuld worden.
● Vul bij WiFi PSK het wachtwoord van het externe WiFi-netwerk in.
● WiFi DNS mag u open laten.
● Activeer "DHCP"
● "Ad-Hoc" moet gedeactiveerd worden.
● Druk op "Save" voor het opslaan.
● Bij WiFi status kunt u zien of het laadstation met het netwerk verbonden is
○ Let op: vergeet niet dat u eerst verbinding moet maken met het externe WiFi netwerk op uw telefoon voordat u het laadstation opnieuw kunt vinden.
- Gebruik een IP-Scanner om het IP-adres van het laadstation te vinden (Bijvoorbeeld de app FING op android) en scan de beschikbare netwerken.
- U moet in deze lijst zoeken naar de netwerknaam die bestaat uit "RAY-XXXXXXXXXXXXXX"
- Vul dit IP adres in uw browserbalk in. Wij raden aan om de Source op het thuisnetwerk te verbinden nadat de volledige configuratie uitgevoerd en het laadstation getest is door de erkende installateur zodat de installateur geen configuratie meer hoeft uit te voeren en niet meer in de installer hoeft te zijn.De derde mogelijkheid voor een internetverbinding op het laadstation is via het mobiele netwerk (GPRS of 4G LTE-M). Om een internetverbinding via het mobiele netwerk te realiseren zal een simkaart aangebracht moeten worden die vanuit de backoffice leveranciers meegeleverd wordt.Neem contact op met uw verkoper om de juiste simkaart te krijgen van de gewenste beschikbare backofficeleverancier. Zodra de simkaart aanwezig is volgt u dit stappenplan:
- Plaats de simkaart in het simkaartslot aan de rechterzijde van het bovenste computerboard.
- Ga in de installer naar de "Network" pagina en scroll naar de "Modem" sectie.
- Vul de juiste APN gegevens, die aangeleverd worden door de backofficeleverancier, in.
- Druk op "Save".
- Druk op "Reload" op het modem te rebooten.
- Nadat de reboot van het modem uitgevoerd is zal de "Sim Status" het volgende aanduiden:"SIM OK". Dit betekent dat er een juiste verbinding met de simkaartprovider gerealiseerd is.
Het laadstation verbindt automatisch met de beste manier van internetverbinding. Zodra alle drie de manieren worden ingeschakeld, dan zal het laadstation automatisch wisselen tussen de internetopties en de optie selecteren met de sterkste internetverbinding. Dit zal in de meeste gevallen via een ethernetkabel zijn. Mocht een verbinding wegvallen, schakelt het laadstation automatisch over naar een andere beschikbare connectie.